Handbal, blessures en uitval horen op de een of andere manier bij elkaar. Die indruk krijg je in ieder geval als je de blessurecijfers van verschillende sporten nader bekijkt. Vooral enkelblessures komen hier veel voor. In sommige gevallen gaat dit gepaard met een lange periode van uitval en pijn.
Statistieken bevestigen: handbal is een zeer blessuregevoelige sport
Naast voetbal is handbal een van de meest blessuregevoelige sporten voor zowel vrouwen als mannen. Dit heeft verstrekkende gevolgen. Statistisch gezien presteren teams met minder blessures soms aanzienlijk beter in hun respectievelijke competities. Voor de betrokken spelers gaat een blessure altijd gepaard met het risico dat deze chronisch wordt en terugkeert.
Bovendien neemt het risico toe om opnieuw een blessure op te lopen in hetzelfde lichaamsdeel. Volgens het VBG-sportrapport 2021 loopt 80 procent van de sporters binnen een jaar opnieuw een blessure op. Het enkelgewricht wordt het vaakst getroffen, met 14 procent van alle handbalblessures.
In de Handbal Bundesliga 2019/2020 raakte 70,2 procent van de ingezette spelers minstens één keer geblesseerd tijdens het seizoen. In totaal was er gemiddeld 13,9 dagen blessuregerelateerde uitval per competitiewedstrijd.
In de tweede handbalcompetitie was dat 20,1 dagen. Ongeveer 55 procent van alle blessures werd door spelers tijdens de training opgelopen. De overige 45 procent betreft blessures die tijdens wedstrijden zijn opgelopen. Slechts 20 procent van alle handbalblessures is echter het gevolg van overtredingen.
Wat zijn de blessures bij handbal en hoe vaak komen ze voor?
De meest voorkomende diagnose was een enkelverstuiking. In veel gevallen waren de ligamenten of het gewrichtskapsel in de enkel verstuikt. Een dergelijk letsel bij handbal gaat meestal gepaard met beperkte mobiliteit, zwelling, de vorming van een hematoom (blauwe plek) en hevige pijn. De meeste blessures van dit type gebeuren tijdens de training.
Een kneuzing (contusie) van het kniegewricht kwam daarentegen het vaakst voor tijdens wedstrijden. Naast de enkel- en kniegewrichten worden vooral de dijen en schouders door blessures getroffen. Botbreuken en blessures als gevolg van stoten en botsingen komen ook relatief vaak voor in de blessurestatistieken van handbal. Het overgrote deel van de handbalblessures blijkt licht te zijn.

Als er echter ernstige blessures en langdurige beperkingen optreden, betreft dit vooral de enkel. Prominente slachtoffers van ernstige enkelblessures zijn onder andere de Noorse handbalster Sander Sagosen (THW Kiel) en de jonge prof Nils Lichtlein (Füchse Berlin). Verdediger Kevin Struck, die ook voor Füchse Berlin speelde, werd ook getroffen. Kevin had een half jaar lang last van de gevolgen van zijn enkelblessure.
Zo ontstaan enkelblessures bij handbal
We werkten samen met orthopedist en sportarts Dr. Lukas en vroegen hem: hoe ontstaan handbalblessures? Wat is de beste manier om deze blessures te behandelen en zijn er manieren om ze te voorkomen? Hij is al 20 jaar verantwoordelijk voor professionele teams in handbal, voetbal en basketbal. De diagnose en behandeling van enkelblessures is voor hem een van de meest voorkomende scenario's.
"Enkelblessures zijn meestal het gevolg van draaiende bewegingen", legt hij uit. "De zijbanden worden meestal uitgerekt. In sommige gevallen scheuren ze volledig."
Dit komt doordat de spieren niet in staat zijn om tijdig in te grijpen om de enkel te stabiliseren, wat meestal erg snel gaat." Het gevolg hiervan is dat het laterale ligament wordt uitgerekt of gescheurd (supinatietrauma).
De meeste blessures van dit type zijn het gevolg van een ongecontroleerde landing, bijvoorbeeld na een sprongschot. Ook het landen op de voet van een tegenstander vormt een potentieel gevaar. Lukas: "Voor een ongecontroleerde landing op je voeten is het voldoende als er indirect of direct contact is met de tegenstander in de lucht. Mijn ervaring is dat dit ongeveer 80 procent van de enkelblessures veroorzaakt. Maar ook plotselinge richtingsveranderingen zijn altijd een risicofactor."
Het Betterguard-effect: innovatieve sportbandage voor preventie en revalidatie
Onze innovatieve Betterguards-technologie in de vorm van een bandage als adaptieve gewrichtsbescherming kan je echter helpen om deze instabiliteit te compenseren als het ergste het ergste is. Maar dat niet alleen: je kunt ze preventief gebruiken om enkelverstuikingen en -verrekkingen te voorkomen of in ieder geval de ernst ervan te verminderen. De BetterGuard is uitgerust met een intelligente minipiston die bij kritieke bewegingen wordt geactiveerd voor stabilisatie. Wat dit voor u betekent: met deze speciale sportbandage hebt u een effectief middel voor preventie en revalidatie van enkelblessures bij de hand.




